Diaconie van de Protestantse Gem. Apeldoorn

KvK nr. 76441709 | Bankrekening: NL25 RABO 03734 10 999

Paolo Giordano
Priemgetallen zijn alleen deelbaar door 1 en door zichzelf.
Ze staan op hun plaats in de oneindige rij natuurlijke getallen, zoals allemaal tussen twee ingeklemd, maar verder uit elkaar dan de andere.

De beide hoofdpersonen, Alice en Mattia, hebben in hun kinderjaren een traumatische gebeurtenis meegemaakt. Alice leed onder de grote verwachtingen van haar vader, speciaal die op sportief gebied. De verplichte skilessen waren vreselijk voor haar. Toen ze zeven jaar was tuimelde ze meters van een berg, verloor haar bewustzijn en werd pas uren later gevonden. Een verlamd been en een diepe kras op haar ziel bleef ze meedragen.

Mattia’s jeugd werd overschaduwd door zijn geestelijk gehandicapte tweelingzusje Michela voor wie hij altijd verantwoordelijk werd gehouden. Mattia kreeg geen vriendjes en werd voortdurend geplaagd. Op een dag liet hij haar achter in een park p te halen. Michela bleek te zijn verdwenen. Ze werd nooit weer gevonden.

Deze gebeurtenissen slaan diepe wonden in het leven van beiden.

Mattia gaat autistische trekken vertonen, steeds verder trekt hij zich terug in de wereld van getallen. Hij doet regelmatig aan zelfverminking.

Alice straft haar lichaam door niet te eten.

Als hun levens elkaar kruisen op de middelbare school voelen ze zich tot elkaar aangetrokken, maar ze zijn beiden niet in staat om te gaan met gevoelens van genegenheid en liefde.

Tijdens zijn studie wiskunde beseft Mattia dat hij en Alice zijn als tweelingpriemgetallen “alleen en verloren, vlak bij elkaar, maar niet dicht genoeg om elkaar echt aan te raken”.

Paolo Giordano is met zijn 27 jaar een briljant natuurkundige die met het debuut van dit boek zichzelf met een klap op de literaire markt zette en niet alleen in Italie, buitenlandse uitgevers stonden in de rij voor de vertaalrechten.
Wat maakt deze roman zo succesvol? Ondanks de kritiek als zou het een te geconstrueerd boek zijn (wat wil je met een wiskundige als schrijver) en zou de auteur wel erg veel leed op elkaar stapelen, het is zo invoelbaar en pakkend geschreven dat het leest als poezie.

Het thema eenzaamheid is zeer aanwezig (veel lezers hebben zichzelf herkent als priemgetal). Verdedigingsmechanismen als zelfverminking en anorexia nervosa krijgen nooit de volle aandacht in deze roman, maar worden door hun sluipende aanwezigheid schrijnend neergezet.
Ik las het boek in een ruk uit. Ondanks de “zware” onderwerpen is het ook een spannend boek dat de aandacht gemakkelijk vasthoudt. Aanbevolen! -Iet Jansen